Het is vast herkenbaar voor velen. Op vakantie in het buitenland reken je voor je boodschappen soms heel andere bedragen af dan thuis in Nederland.
En als die bedragen veel hoger zijn dan je gewend bent, vraag je je af: Waar doen ze het toch van?
Manager advies Yorick van den Berg deelt graag zijn bevindingen en gevonden antwoorden op deze vraag:
Soms geven een vakantie en een nieuwsbericht aanleiding tot nadenken. Boodschappen doen in een Zwitserse supermarkt is wel even wennen. Natuurlijk wist ik dat het prijspeil in Zwitserland gemiddeld op 140 procent ligt ten opzichte van Nederland. Maar toch, als je afrekent voor twee dagen boodschappen en het komt aardig in de buurt van wat je in Nederland betaalt voor de weekboodschappen, dan ga je je toch afvragen: wat verdienen die Zwitsers nu eigenlijk? Nou, dat ligt een stuk hoger dan in Nederland zo kwam ik al Googlend te weten. Een startende verpleegkundige verdient gemiddeld 5.200 frank bruto per maand. Een frank is ongeveer 1,04 euro. In Nederland liggen de salarissen tussen de 2.700 en 3.600 euro per maand. Een Zwitserse automonteur krijgt tussen de 5.000 en 6.000 frank bruto per maand. In Nederland verdient een automonteur tussen de 1.600 en 3.300 euro per maand. Kortom, het salarisniveau ligt fors hoger, hoger dan het verschil in prijspeil (rond de 50 procent). En de belastingdruk ligt ook nog eens lager volgens internationale vergelijkingen.
Een pushbericht van de NOS tijdens de vakantie: Armoede in Nederland neemt zonder maatregelen toe. Het CPB gaf in augustus aan dat zonder nieuw beleid het aantal Nederlanders in armoede toeneemt tot bijna 1 miljoen mensen. Nu leeft 4,8 procent van de bevolking in armoede en dat zou in 2024 stijgen tot 5,7 procent. Voor een eenpersoonshuishouden is het niet-veel-maar-toereikend bedrag 1.515 euro per maand, dat is dan de armoedegrens. Daar zou je energie, water en voeding van moeten kunnen betalen. Maatregelen die al genomen zijn, zoals het verhogen van het minimumloon, hebben volgens het CBS door de hoge inflatie hun impact voor een belangrijk deel al verloren. Het minimumloon ligt nu op 1.995 euro bruto per maand. Daar houd je dan ruim 1.800 euro per maand aan over.
Toch eens kijken wat het minimumloon in Zwitserland doet, dacht ik. Blijkt dat dit niet nationaal geregeld is, net als in de Scandinavische landen. Maar wel hebben de Zwitserse kantons de mogelijkheid om een minimumloon te regelen. Niet alle kantons doen dat, maar daar waar het gebeurt, ligt het op ongeveer 3.800 frank per maand. Daar houd je dan ongeveer 3.400 frank per maand netto van over, afhankelijk van je huishoudsamenstelling. De armoedegrens zoals door de Zwitserse overheid bepaald, ligt op 2.289 frank voor een eenpersoonshuishouden, dat is rekening houdend met het prijspeil ongeveer gelijk aan Nederland. Het verschil tussen wat je overhoudt bij het minimumloon en het Zwitsers niet-veel-maar-toereikend bedrag ligt op meer dan 1.000 frank per maand. In Nederland ligt dat op ruim 300 euro. Gecorrigeerd voor het prijspeil, ligt het verschil tussen het niet-veel-maar toereikend bedrag en wat je krijgt als je het minimumloon ontvangt toch ruim 40 procent hoger in Zwitserland.
Levert dat dan minder armoede op? Het antwoord is nee, ruim 6 procent van de Zwitsers zit op of onder de armoedegrens. De vermoedelijke verklaring daarvoor is dat het stelsel van sociale zekerheid minder ruimhartig is dan het Nederlandse. Het percentage werkende armen in Zwitserland is vergelijkbaar met Nederland, zo rond de 2 procent. Dus ook daar heeft dat hoge minimumloon en hoge gemiddelde salarispeil weinig invloed op.
Voorlopige tussenbalans: ondanks grote verschillen in inkomen, zelfs gecorrigeerd voor het prijspeil, is de problematiek van armoede in Zwitserland vergelijkbaar met Nederland. Eenvoudige oplossingen voor het verminderen van armoede, zoals het verhogen van het minimumloon, zijn er niet. Het helpt zeker, maar armoede is een veelkoppig monster.
Ben je geïnteresseerd geraakt in onze onderzoeken en wil je meer weten? Neem dan gerust contact op met Yorick van den Berg, manager advies.